Ik ga er niet geraken, om te eten, zo klonk het door de walkitalki. Ik duwde net de deur van het restaurant open en antwoordde bijgevolg enigszins teleurgesteld Oh. ist waar? Waarom?
Dat er iets ontploft was in zijn lokaal. En dat hij nu wat brandwondjes had in zijn gezicht. Maar dat ik me geen zorgen moest maken (wat ik wel deed) en niet moest verschieten (waarvoor het al te laat was). En dat hij nu geen tijd had om het uit te leggen, want dat hij naar de dokter ging en eerst nog langs huis ging passeren want zijn trui en zijn T-shirt waren verbrand. Salu schatjen, ik zal nog eens bellen straks als ik van de dokter kom.
Klik. Slik. Neeneen, ik was helemaal niet ongerust. Zo ben ik niet.