Month: November 2007

werk

Teach as you preach.

Op donderdagmiddag wordt er bij ons op het werk vergaderd. De ene keer met de vakgroep, de andere keer met de opleiding, nog een andere keer met een werkgroep of projectgroep. Vanmiddag was er een vergadering gepland van half twee tot vijf. Lang, vind ik dat. Maar gelukkig wordt er op deze specifieke vergadering altijd de nodige verzachting voorzien. In de vorm van cake, koekjes en vele soorten thee. En er is ook een ingeplande pauze, die zo’n tien minuutjes duurt, waarin we een beetje van ontspanning doen. Eens iets helemaal anders, het hoofd vrijmaken.
En zo stonden wij deze middag, omstreeks drie uur, met vijftien collega’s in de gang 1-2-3-piano te spelen. Wijs dat ik dat vind, zo’n dingen.

Neen!

Van nu en straks.

Weet u nog, die keer dat wij maandenlang geen verwarming hadden? En soms zelfs geen warm water ook? Gelachen, jong, gelachen.
Dat is nu ondertussen opgelost, getuige de gepeperde factuur die op betaling ligt te wachten naast mijn pc. Ja, te wachten, want de loodgieter moet nog eens komen om een paar dingen uit te leggen en af te stellen, en zolang de loodgieter niet komt, worden er geen facturen betaald. Een mens zou denken dat zulks een stimulans is, niet?

Hoe komt het dan dat ik vanavond om 21.50h een sms kreeg dat het niet meer voor vandaag zal zijn, maar voor morgen? En dat terwijl ik hier best wel naar uitgekeken had, en het nu dus al te laat is om te vertrekken? Werkmannen. tsk.

En al

Doek.

Nationaal nieuws uit Gent, gisteravond op het nieuws en deze ochtend op de radio. Gent heeft het over de hoofddoek gehad, de burgemeester noemt het een non-topic en is een beetje geïrriteerd dat we er onze tijd aan moeten besteden, de blokkers hebben weer liederen gebruld en slogans gescandeerd, de moslima’s waren rustig en sereen. Bij de tsjeven zijn ze verdeeld: ridderken vanlaecke is voor een verbod, Zr Monica (in een verleden dé authoriteit aan wie wij onze gekleurde haren en het ontbreken van witte sokjes moesten verantwoorden) en Anne Martens scharen zich achter de tegenstanders van een verbod.
In de commentaren op Het Project heeft elkeen zijn mening, en Termont poneert ondertussen dat bij een stemming iedereen voor zichzelf moet beslissen. Dat er geen partijstandpunten zijn.

Het loopt allemaal een beetje van mij af als vijverwater van een pas ingevet eendje. Ik voel niks, behalve een lichte irritatie af en toe, wanneer er weer iemand roept dat de islamisering dreigt en we onze eigenheid gaan verliezen aan al die moslims. Mensen bekken na wat ze genoeg gehoord hebben op de lichtbak. En dat blijft een verontrustend gegeven.
Ik kan mijn burgervader wel begrijpen als hij het heeft over een onbelangrijk topic, want zo voelt het ook aan. Behalve als er een verbod komt, want dan vind ik het opeens wel belangrijk en alleen al het idee aan een verbod zorgt voor enige opgefoktheid aan mijn kant. Ge kunt mensen niet verbieden iets op hun hoofd te zetten. Punt. Vrijheid van dingen op uw hoofd te zetten, het zou een basisrecht moeten zijn van de mens.

En ik moet eerlijk zijn: ik ben zodanig gewend aan hoofddoeken om me heen, dat ik ze nauwelijks nog zie. Als iemand me vraagt “draagt x. een hoofddoek?” dan twijfel ik, ook al zit x al drie maand in mijn lessen. Ik zie het niet, ik merk het niet, laat staan dat het me stoort. En toch zijn het er veel hoor, gesluierde vrouwen in mijn omgeving. In de klas, in onze straat, in de stad, op de bus, in de rij van het postkantoor. Ze mogen gerust. Ik zou mij niet laten verplichten zo’n doek op mijn hoofd te zetten, dus waarom zou ik iemand anders willen verplichten die doek af te doen?