Month: November 2007

moeilijk

Kwijl(2).

Lief is naar de dierenarts met wachtdienst geweest (ja, dat bestaat) en heeft Boogie meegenomen, want anders had zijn verplaatsing weinig zin. Aldaar is het beest verdoofd geworden met een driedubbele kattendosis (ja, hij is groot en zwaar, maar wij hebben ook onze gevoelens weetwel, dus hou uw opmerkingen voor u) omdat hij zijn mond niet open wilde doen. Boogie, natuurlijk, niet mijn lief. Want waarom zou mijn lief zijn mond moeten open doen bij de dierenarts, tenzij dan om uit te leggen dat de kat kwijlt als een gedetineerde boven de middenpagina van het vers gearriveerde laatste nummer van Playboy? Silly you.

Bygones. De kat werd verdoofd en onderzocht en het verdict is ietwat onzeker: het zou kunnen een keelontsteking zijn want zijn amandelkes zien een beetje rood. En ik heb het nu wel degelijk over de amandelkes in zijn keel, want die andere is hij jaren geleden al kwijtgespeeld. Haha. Dubbelzinnige insinuaties, dat is scoren bij het grote publiek, i’tjen.
Het zou ook kunnen dat er iets fout is met zijn speekselklieren. Wat een genie die dat opmerkt, denk ik dan.
Optie drie is een zenuwaandoening en ik ben ervan overtuigd dat u nu samen met mij duimt dat zulks niet het geval is. Alleszins: antibiotica werd voorgeschreven en er werd het vooruitzicht gegeven van beterschap voor de week halverwege is. Dat vooruitzicht kostte 74 euri.

Maar goed. Lief kwam dus thuis met een poezenreismand met daarin de uitgetelde Santa Boogie. Beestje op een handdoek gelegd in de verwachting dat hij zou slapen tot de avond, zoals de dierenarts had beloofd. Die mens heeft daar per slot van rekening voor gestudeerd, dus waarom zouden we daaraan twijfelen, niewaar? Dat er op het doosje van de medicatie staat “voor honden” had mijn scepsis enigszins moeten opwekken. Argwaan bleek terecht, want nog geen uur later probeerden wij een slaapdronken kat te overtuigen dat rondlopen niet echt een goed idee was met een driedubbele dosis ketamine in uw wollige lijf. Dat hij nog niet in staat was om op de vensterbank te springen, dat heeft hij zelf empirisch vastgesteld.

Het kattenbeest besloot vervolgens alleen nog verder te tukken op de schoot van één van ons beiden. Mind you: nog steeds kwijlend als een tandkrijgende zuigeling. Zulks zorgde voor een ietwat geanimeerde googletalk-conversatie met Tom (Stem op hem! Hij verdient het!), maar we hebben in onderling overleg besloten dat een dergelijk gesprek niet voor publicatie geschikt is.

De dierenarts was duidelijk in zijn instructies: geen eten meer vanavond. En ik vind het geen goed idee om hem buiten te laten terwijl hij half verdoofd is. Dus ging het eten op de kast en het luik op slot. Nu is het avond, en het monster voelt zich opperbest. En wij verdelen de laatste uren van ons weekend tussen luisteren naar klagend gejank aan de kattendeur en voorkomen dat Santa Boogie eten steelt van de kast, het aanrecht of onze borden.

Huisdieren. Ik zou dat aan iedereen aanraden.

En al

Kwijl.

Santa Boogie kwijlt enorm sinds we thuisgekomen zijn gisterenavond. Waarschijnlijk ook daarvoor al, natuurlijk, aangezien zijn vacht zeikenat was al bij thuiskomst. En enorm veel mag u letterlijk nemen in dit geval. We’re talking plasjes op de grond en vallende druppels.

Any thoughts?

internet

Bipolair.

Joke heeft dezelfde dingen gezien als ik, dat weet ik nu wel zeker. En net als ik was ze waarschijnlijk een beetje op haar teer vrouwenhartje getrapt. Hier op Kerygma hebben we echter een duidelijke strategie om met zulke situaties om te gaan:

1. We schrijven een lange rant waarin we onszelf verdedigen en andere mensen lelijke dingen noemen. Vervolgens bewaren we die rant in het documentje “stukjes niet geschikt voor weblog”. Daar zit zelfs een paswoord op.
2. We vallen Michel wat lastig op de googletalk, en zagen een beetje over dat het toch wel kak is allemaal en dat we wensten dat we nooit genomineerd waren geweest.
3. ‘s avonds voor het slapengaan zeggen we tegen ons lief: ze pesten mij en ik ben droef. En dan antwoordt het lief dat wij de enigste weblog hebben dat door hem gelezen wordt, dus dat het niet anders dan excellent kan zijn.
4. Wij besluiten, ondanks onze nuchtere aard, niet te twijfelen aan de oprechtheid van die woorden en gaan met gerust gemoed slapen.
5. Twee dagen later herleiden we de rant tot de essentie en doen een mededeling aan al wie de afgelopen dagen op virtuele vrouwenharten heeft getorten:

Ik heb de nominatie gekregen doordat ik bij de juiste juryleden op schoot ben gaan zitten, lieve woorden in hun oor heb gefluisterd en onderwijl op hun been heb gewreven. En dat was nog maar het begin. Ge moet niet vragen wat wij allemaal hebben moeten doen om Gentblogt erbij te krijgen, het was niet proper, dat kan ik u verzekeren. En ik weet dat ik dat niet mag doen, maar ik wilde zo graag genomineerd zijn en ik wist dat het mij ontbrak aan vlotheid, schrijfstijl, creativiteit, dynamiek, lay-outkennis en humor. En zo heb ik dus slinks uw rechtmatige plaats afgepakt. Sorry. Volgend jaar moet u het ook zo eens proberen, het werkt!

Ja!

Anton.

Hoh. Ik realiseer me daarnet dat ik twee uur naar een instortend postgebouw heb staan kijken met Anton Coene. En dat ik hem dus maar half had herkend. Heb ik twee uur staan peinzen: ik ken die gast, maar ik kan hem niet plaatsen. Nu dus wel.

Sorry, Anton! Volgens mij zijt ge gegroeid sinds de laatste keer dat ik u heb gezien.