Daarnet in slecht gecoverde versie op de lichtbak, maar dit heb ik dus altijd een fantastisch nummer gevonden. Het refrein noopt mij to luid meezingen, jawel.
/duikt beschaamd weg.
Wat hoor ik daarnet op de lichtbak? Meneer Brouwers heeft eindelijk nog eens boek geschreven. Vroeger las ik die mens niet, maar ik had dan eens een lief die daar zot van was. En dan heb ik — meeloper dat ik ben — een deel van zijn toch wel omvangrijke oeuvre verslonden. En er zeer van genoten, jawel.
Morgen eens naar de Fnac, peisk.
Blijkbaar was het niet echt duidelijk, daarom het verhaal. Er zat in de aflevering van dinsdag een vraag over Dag Allemaal, en de mevrouw die daar hoofdredactrice is en yours truly delen dezelfde voornaam. Lieven wist die voornaam, en in zijn luidop denken heeft hij daar mijn familienaam maar achtergeplakt. En dan heeft Dingske Van Looy mijn naam twee keer herhaald.
Roem. Het is me wat.
Michel schrijft over treinen die hij misschien gemist heeft en ik moest denken aan gisterenavond. Wij zijn momenteel papieren aan het verzamelen voor de fameuze renovatie-premie en die wordt – onder andere – toegekend op maximum inkomen van 3 jaar terug. Logischerwijs zouden we die dus nog proberen aanvragen in 2007, aangezien carrières evolueren in de financieel positieve zin, normaal gezien. Gisteren echter tot de conclusie gekomen dat we beter kunnen wachten tot 2008, aangezien mijn jaarloon in 2004 ongeveer 10.000 euro hoger lag dan in 2005. 2004, dat was op de fabriek. 2005, dat was op school. Het was even slikken, moet ik zeggen.
Flashback naar halverwege 2004. Ik was mijn werk zeer grondig beu, in die tijd. Eigenlijk al ruim een jaar op dat moment. Ongelukkig, verveeld, vreselijk geambeteerd. Maar het is niet gemakkelijk om weg te gaan, zo bleek: er was werkzekerheid, er was een relatief comfortabele job, veel verlof (40 dagen!), veel sociale voordelen, veel geld en ik had een paar bijzonder fijne collega’s. De meneer waarmee ik een bureau deelde was bijvoorbeeld een rustige mens die veel over koken wist: zo heb ik mijn collega’s graag. Ik maakte mezelf ondertussen al maanden wijs dat het allemaal zo erg niet was en dat het ergens anders niet beter zou zijn.
Maar in de zomer begon het echt onmiskenbaar te worden: op de eerste dag van mijn vakantie werd ik al misselijk bij de gedachte dat ik drie weken later opnieuw zou moeten gaan werken. En besloot ik te solliciteren. Twee sollicitaties, en ik kreeg bij allebei de job aangeboden.
De eerste job was bij een groot consultancy-bedrijf. Internationaal en nationaal werk, telkens opdrachten van 6 tot 8 weken, maar met een vast contract van onbepaalde duur. En de firma verhoogde mijn loon van dat moment meteen met 20%. Mogelijkheid tot doorgroeien, carrière, een auto, allerlei extra-legaals…the works. Ik denk dat het een job was daar waar veel jonge ambitieuze mensen van droomden.
De tweede job was een contract van een academiejaar, op de school waar ik nu werk. Er was (relatieve) zekerheid over een tweede jaar, maar 100% kon men mij niet geruststellen. Het loon was (zoals hierboven al gezegd) een stuk minder en er waren geen sociale voordelen: weg groepsverzekering, hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques,…
Enige soulsearching later heb ik voor optie twee gekozen en nu, drie jaar later heb ik daar nog steeds geen spijt van. De afgelopen drie jaar ben ik geen enkele keer gaan werken tegen mijn zin. Ik ben zielsgelukkig met wat ik doe en kan veel meer aan dan vroeger. Mijn werk geeft mij energie om andere dingen te doen, ik ben er 24/7 mee bezig. En ik ben content.
Dat heb ik mezelf gisteren toch even moeten voorhouden: dat ik gelukkig ben, en met optie 1 nooit zo gelukkig was geweest. Want heel even dacht ik: als ik optie 1 had genomen, dan woonde ik waarschijnlijk nu in een loft vol designspullen waar we nu alleen van kunnen dromen.
Maar dan dacht ik onmiddellijk aan wat ik zou missen. De uitgelatenheid van mijn studenten. Het constante contact met piepjonge, idealistische gasten. Mijn werk heeft mij ook de mens gemaakt die ik nu ben: gedreven, enthousiast en met een heel breed zicht op de wereld. En mijn lief zou nooit verliefd geworden zijn op de carrière-vrouw die ik zou geworden zijn. Ik zou nooit met Het Project gestart zijn, ik zou zoveel mensen die ik nu zo graag om me heen heb, nooit gekend hebben.
En dat, lieve vrienden, is de kern van de zaak: you win some, you lose some. En als wat je hebt verloren in het niet valt bij wat je hebt gewonnen, dan heb je goede keuzes gemaakt.