Year: 2006

En al

Het is ook altijd wat, met die ethiek.

Daarnet belde ik naar mijn huisdokter voor een afspraak voor vanavond. Ik zei er meteen ook maar bij waar het om ging:
“Het zal niet lang duren, hoor. Ik heb veel pijn in mijn rug de laatste tijd en ik heb geen Voltaren meer, dus ik heb een voorschriftje nodig”
Ja, want zo ben ik wel: ik heb dan wel niet voor dokter gestudeerd enzo, maar toch weet ik perfect wat voor medicatie en in welke dosis ik waarvoor nodig heb.
Dat was natuurlijk buiten de waard mijn dokter gerekend. Nadat hij even had geïnformeerd hoe lang ik al pijn had en ik een beetje had gemompeld “een maand ofzo” (ja, gemompeld. ik voelde de bui al hangen, weet u wel) zei hij: “twintig voor negen vanavond. En we gaan eens grondig kijken wat eraan scheelt é, in plaats van gewoon Voltaren te geven.”

Bleh.
Hij gaat zeggen dat ik moet rusten en platliggen, want dat anders Voltaren niet helpt.. En dat ik geen hoge hakken meer mag dragen. En dat ik niet mag heffen en dat ik mijn rugoefeningen moet doen.
Bleh.
En ik wilde gewoon verse Voltaren om de examens mee door te komen.
Bleh.
Dokters-ethiek.
Bleh.

Update: vier Voltarens (generisch aangeboden gekregen en aanvaard, dat spreekt voor zich) per dag gedurende vijf dagen. Indien niet beter: go cortisone!

mediagedoe

Vroeger was alles beter.

Vroeger was alles beter. Allez, helemaal vroeger niet natuurlijk, want toen waren er vieze ziektes als de pest en kindjes die tussen de katoenmachine geraakten met hun kleine vingertjes. En het vroeger dat een paar jaar daarna kwam, dat was ook niet beter: want toen waren er nazi’s en concentratiekampen. Maar vanaf daarna was volgens mij alles beter dan nu.
In de jaren tachtig, bijvoorbeeld, toen was alles beter. Behalve de gelkuiven en de epauletten in blazers, die waren niet zo goed. En dat van die atoomproeven en die koude oorlog: bezwaarlijk een fijn idee te noemen. En de muziek was ook maar kaka, nu ik eraan denk.
Vroeger was alles slechter!
Awoert voor vroeger!

Edoch. Eén ding was vroeger beter: Het Rad van Fortuin had een prijzenwinkel, toen.
Daarnet bij het zappen hebben we het immers gezien: nu niet meer. De winnaars krijgen nu gewoon geld mee naar huis. GELD! wat voor zever is dat nu? De hele sterkte van het programma zat precies in het uitkiezen van prijsjes. Neeen, Arlette, ge moet niet de broodrooster nemen voor 1000 frank, neem toch de duo-friteuse voor 1500 frank. Kalle.

Ik zeg u: het is niet te verwonderen dat VTM alsmaar meer kijkers kwijtspeelt. Als je de winkel afvoert, sja, dan heb je het een beetje zelf gezocht é.

Neen!

Awel?

Awel? Wat was me dat vanavond, vriendschap?
Zo op mijn zondagavond terwijl ik de dunne lende in de pan aan het gooien was, opeens telefoon van een nummer dat ik niet kende. Op zondag. De dag des heren. Het is proper.
En dan een manmens aan de lijn die zei “ge kent mij niet, waarschijnlijk. Allez, misschien kent ge mij van ziens wel, van in het jeugdhuis vroeger.” En ik die al de telefoon wilde afleggen, want vreemde manmensen die bellen op zondagavond, dat is nooit goed nieuws. Maar ik deed dat niet, natuurlijk, want ik ben goed opgevoed en plots zomaar de telefoon dichtleggen is onbeleefd.
Ik had dus beter afgelegd, want de manmens had mijn telefoonnummer van u gekregen, zei hij. Jaja, van u. Gij daar, die vorige week een uur naar die meneer zijn uitleg over financiële opportuniteiten hebt moeten luisteren en dan niet neen durfde te zeggen toen hij achteraf vroeg of ge nog geïnteresseerden kende. Dan hebt ge hem maar mijn nummer gegeven en gezegd: belt eens naar ons i.
Strak plan.
Goed idee.

Het is van uw familie dat ge’t moet hebben.