En al

Ge weet wel.

Ge weet wel, van die dagen. Dat het ‘s morgens nog donkert als ge opstaat en naar uw werk rijdt. En dat het ‘s avonds weer schemert als ge naar huis komt. Zo van die dagen die ge doorgebracht hebt in een klaslokaal (of een bureau) waar geen licht binnenkan. Zodat ge dus gans den dag geen dag hebt gezien.
Dat is aardig. Het is gelijk dat ge nen dag hebt overgeslaan. Gelijk ofdat het leven aan u is voorbijgeschoven en dat ge juist te laat waart om op te kijken. Zoef. Weg. ‘t Is weer avond.

De avonden aan het begin van de herfst, die smaken altijd een beetje naar eenzaamheid, ook als ge niet eens alleen zijt. Maar als ge alleen zijt nog een beetje meer, dat wel. Ik zwelg altijd in melancholie op zo’n avond. Ik heb daar zelfs een beetje deugd van, eigenlijk.
En ge moet u daar in stellen, jaja, ik weet het. Maar vandaag doe ik de gordijnen dicht en ga ik een boekje lezen. nah.