Month: September 2006

Ja!

Madam de schepen.

Vandaag in “De Zondag”: een foto van de heropening van het Baudelo-park, genomen op hetzelfde moment en vanuit hetzelfde oogpunt als deze van Michel. Allemaal dezelfde mensen op de foto.

Het onderschrift luidt:
“Het schepencollege wandelt het herenigde park in”.

Ons Lien maakt sneller promotie dan haar schaduw, me dunkt.

Neen!

Stil.

Het is stil in huis. Dat komt omdat het nog ochtend is en hij nog slaapt. Hij heeft zijn première heeft gevierd deze nacht en ik ben naar huis ben gegaan omdat ik vroeg op moest staan. Ik vond nochtans van mezelf dat ik ook wel eens mocht vieren, maar het leven beslist soms anders over die dingen.

Het is stil in huis dus en ook schemerdonker. Dat komt omdat ik de gordijnen dichtlaat en de ramen ook. Vandaag is immers de laatste zondag van september, en het is vandaag dus Flikkendag is in onze stad.
Flikkendag, dat is horrordag. Op Flikkendag komen een miljard mensen naar de binnenstad afgezakt, met petjes van één en T-shirts van AVS en vlaggetjes van Dag Allemaal. Met die vlaggetjes proberen ze verwoed nietsvermoedende voorbijgangers in het oog te steken.
Als je met je ochtendhoofd naar de bakker fietst dan staren mensen je na. “Die woont in Gent, misschien is dat ook ene van Flikken. Of misschien kan ze ons bij Brit brengen.” Je bent een beestje uit de zoo, een deel van het decor. En ik heb al zo graag dat de mensen naar mij kijken.

*zucht*

En kent iemand trouwens een efficiënte manier om een helicopter neer te halen?

En al Ja!

Terug.

Hij is terug, mijn lief. Dat is mijn overheersende gedachte, de laatste uren. Eigenlijk sinds we gisterenavond, na afloop van de première en receptie met een paar vrienden in hot club de gand zaten. Zijn gezicht zag er ontspannen uit en hij zat glimlachend op een stoel, een glas duvel ronddraaiend. Ook deze ochtend, toen we pas om elf uur wakker werden en toen we daarna door de stad slenterden en rustig ontbeten in de Jan Breydelstraat, dacht ik: hij is terug.
Want mijn lief, die was de laatste weken verworden tot een kruising tussen een baldadige puber die streken uithaalde om de stress te reduceren én een snel geïrriteerde meneer.
Maar nu is hij dus terug. De druk is van de ketel en de spanning is weg. Olé.

Gisterenavond was fijn maar zeer vermoeiend. Er was de voorstelling, die dik ok was in mijn ogen. De mensen hebben alleszins veel gelachen, dus dat is een goed teken. Ik was alleszins bijzonder trots op mijn meneer.
En dan was er de receptie, waar heel veel verschillende mensen heel veel dingen wilden vertellen en ik van hot naar her heb gelopen.
Toen ik deze nacht om drie uur in mijn bed lag was ik dan ook kapot. Van de spanning, van de drukte en van de emoties.

De emoties zijn nog het ergst van al. Ik ben niet zo zelfzeker van aard en heb een gezonde portie wantrouwen tegenover de wereld. Dus maak ik mij van tevoren druk over of ze wel gaan lachen. En of hij zijn tekst niet gaat kwijtzijn. En of de lichten niet gaan uitvallen, de elektriek het gaat houden en of zijn gitaar wel gestemd gaat zijn. En of hij geen fouten gaat spelen op gitaar en of er niemand gemeen gaat zijn en of of of of of.
En achteraf ben ik bezig met vragen als: wat als iedereen nu gewoon *zegt* dat het leuk was, om mij een plezier te doen? En was het geluid wel overal goed? En wat als het morgen niet grappig is? En die recensenten, waarom zijn die eigenlijk meteen na de voorstelling weggelopen? Vragen vragen vragen.
En aan de andere kant zwel ik dan van trots omdat ik *weet* dat het goed was. En ben ik helemaal ontroerd *omdat* het goed was. En krijg ik bij het minste de slappe lach door de druk achter mijn ogen. En razen er honderden bedenkingen en zinnetjes door mijn hoofd.

Spanning, stress en emoties. Kapot ben ik daarvan.
Het is verdomme maar best dat hij niet alle maanden een nieuwe show aflevert.

En al Ja!

Aftellen

Nog vier uren en dan is het zover. De première van mijn liefste zijn eerste avondvullende show. Ik ben dus wel degelijk een beetje aan het aftellen op het moment. Binnen een klein uurtje halen we zijn technieker op en dan breng ik hen naar Merelbeke. Waarna ik terug naar huis keer voor een paar uur. Om iets te eten, een douche te nemen en wat ritmisch met mijn hoofd tegen de muur te bonken.

Ik krijg de laatste uren nogal wat mails en smsjes. FAQ-time!

Heb je veel stress?, zo vraagt men. Het valt wel mee, eigenlijk. Ik heb de voorstelling al ettelijke keren gezien in try-out, dus ik weet dat het wel snor zit. En ik heb vertrouwen in mijn meneer. Hoewel ik toch wel een beetj zorgen had toen hij gisteren vertelde dat hij zijn einde ging herschrijven.
Heeft *hij* veel stress? Het valt ook wel mee, eigenlijk. Hij is niet zo aangenaam als anders in de omgang en hij loopt een beetje te ijsberen af en toe. Wat afgeleid, ook. En het is niet het moment om hem pakweg te vragen wanneer we nu eens naar huizen gaan kijken, denk ik. Ik zwijg maar een beetje en maak me zo onzichtbaar mogelijk.
Ben je trots? Ongelooflijk. Ik ben er zelfs een beetje van gepakt en ontroerd, dat mijn lief dat kan. Want het is toch wel iets om trots op te zijn, vind ik. Een voorstelling uit niks opbouwen. 75 minuten zelfgeschreven, zelfgeregiseerd en zelfgespeeld materiaal. Met zelfgemaakte liedjes, zelfbedachte grapjes en zelf uitgewerkte ideeën.
Kijk je er een beetje naar uit? Heel erg, ja. Vanavond is de avond dat hij aan onze liefste vrienden en familie en aan iedereen die geholpen heeft (coaching, techniek, affiche, websites,…) toont waar hij al een jaar aan werkt. Hoe kan een mens daar nu niet naar uitkijken.

Wist je al dat henk in de gazet stond, trouwens?
Ja, ik had dat ook ergens horen waaien. Dankuwel voor het melden.

moeilijk

Midas.

Oh. Breek me de bek niet open over de laatste hype rond Midas Dekkers. Ik bedoel maar: Midas Dekkers, de vleesgeworden kruising tussen bioloog en populist, we gaan daar ons oordeel toch niet door laten leiden, zeker?
Ik ben ervan overtuigd dat meneer Dekkers in huiselijke kring een aimabel mens is, vriendelijk voor vrouwen en kinderen en aangenaam om mee te converseren. Maar over zijn theorietjes heb ik toch mijn bedenkingen.

Dit is de man die een paar jaar geleden omtrent de geneugten van de bestialiteit verklaarde: “Het is prima een koe twee keer per dag keihard aan haar tieten te trekken, maar wanneer de boer het beest eens één keertje neemt, zou dat schadelijk zijn. Dat vind ik niet te rijmen”. En ook: de man die kinderen vergeleek met larven die bijgevolg niet als mensen hoorden behandeld te worden.
Excuseer dat ik liever zelf nadenk in plaats van blindelings te slikken wat een meneer die zo duidelijk geniet van controverse en wel heel graag met zijn kop in de boekskes komt te vertellen heeft.

In de boekskes staan *doet* hij, de laatste weken.
De Grote Bioloog heeft recentelijk namelijk alweer één van zijn ludieke columpjes uitgewerkt tot een heus boek en dat wordt met het nodige tromgeroffel op de wereld losgelaten. Wat zou die dekselse dekkers nu weer te vertellen hebben, vroeg de verzamelde journaille zich ongetwijfeld al maanden handwrijvend af.
Wel, in zijn nieuwe worp verkondigt de bioloog dat sport slecht is voor de mens. Hij haalt daarbij argumenten aan als “dat we het tot voor honderd jaar geleden zonder deden”, maar vergeet erbij te zeggen dat de gemiddelde levensverwachting toen toch wel pakken lager lag dan vandaag.
Hij zegt dat sport gevaarlijk is omwille van de blessures, maar vergeet erbij te zeggen dat er niks gevaarlijk is aan lichaamsbeweging op je eigen niveau, naar eigen kunnen en aangepast aan je lichaam.

Begrijp mij niet verkeerd: Midas heeft 100% gelijk, eens je zijn woorden ietwat nuanceert: *Als* we elke dag fysieke arbeid zouden verrichten en op onze houten klompkes 10 km naar de fabriek zouden hossen, we zouden inderdaad geen extra fysieke activiteit nodig hebben. Ik sluit mij daar volledig bij aan. Maar aangezien de meeste mensen helemaal niet zo’n fysieke job meer hebben, hebben de meeste mensen extra activiteit nodig om gezond te blijven.

Dekkers trekt de waarheid naar mijn goesting met een net iets te onverholen enthousiasme op flessen. Hij haalt in interviews op zo’n simplistische wijze uit naar sport en lichaamsbeweging dat het publiek hem prompt tot de nieuwbakken goeroe van de luiheid heeft uitgeroepen. Het trieste is dat de reden dat het publiek hem gelijk heeft niet is dat ze geloven wat hij daar zegt, maar omdat het hen goed uitkomt.
“Die meneer heeft gestudeerd en ik hoor in wat hij komt te vertellen toch wel iets doorschemeren dat perfect in mijn kraam past. Laat ik dat maar onthouden en het te pas en te onpas uit zijn context gerukt op tafel gooien vanaf nu”

Het boek van Dekkers sust het geweten, blijkbaar. Maar, lieve lezertjes, Midas zegt eigenlijk dat wie elke dag minimum dertig minuten wandelt én altijd de trap neemt én gezond leeft geen extra sport nodig heeft.

Al wie *dat* doet, mag bij deze rustig blijven zitten.

Al de rest: hef uw lui gat op, kom van achter die computer en ga verdomme een wandeling maken.