Kijk! Het is de Knightrider!
Via Fons fantastische 80s-video-site.…
Alles van waarde is weerloos
RSS is da bomb, vind ik persoonlijk. In plaats van zelf te moeten kijken of een blog/nieuwssite nieuwe items heeft, die nieuwe items in mijn eigen lezer krijgen. Hiep hiep hoera voor RSS.
Sommige mensen echter, waaronder een aantal webloggers die ik zelf als websavvy zou bestempelen, hebben het blijkbaar echt niet door hoe het werkt. Daarom: een lijstje van de meest ergelijke dingen betreffende RSS-feeds.
1. Mensen die slechts een gedeelte van hun post in RSS stoppen, of (the horror) enkel de titel.
Waarschijnlijk is het de bedoeling meer kliks op uw weblog te genereren, maar ik zeg u voor eens en altijd: u jaagt er mij mee weg. Het is een vaststaand feit dat ik uw zever niet lees als ik er zelf naartoe moet gaan. — Enkel Dooce.com is een uitzondering op deze regel (en op de volgende ook, trouwens), maar Dooce is way out of eender wie’s league.–
Bovendien vraag ik me af: wat hebt u eraan dat ik *op* uw weblog kom lezen? Betaalt telenet u 5 euro per klik? Sterft er een kindje minder bij iedere bezoeker die effectief naar uw webadres surft? Of denkt u misschien dat ik op uw google ads ga klikken? Neen, neen, driewerf neen!
De enige reden waarom u slechts een gedeelte van uw posts meegeeft, is omdat u een *hithoer* bent. U houdt ervan tien keer per dag naar uw statistiekjes te zitten loeren en uzelf te verkneukelen in uw fantastische bezoekersaantallen. En u denkt dat uw stats en uw ego een deuk zullen krijgen als u volledige posts doorgeeft.
Ik zeg u nu: enkel titels meegeven is voor janetten en gazetten. Be a man. (Of een woman.)
2. Mensen die reclame meesturen via hun RSS-feed.
Wat denkt u? Dat ik op een advertentie ga klikken die in mijn RSS-lezer verschijnt, terwijl ik elders op het web*nooit* op advertenties klik? Krijgen we nog niet genoeg spam en sms-jes en reclame-popups? En trouwens: wij kennen elkaar nu virtueel en is het dan niet een beetje onbeleefd om ongevraagd reclame door mijn strot te rammen?
Neen, meneer: feeds met advertenties gaan resoluut in de prullenbak.
3. Mensen die een artikel bij iedere commentaar opnieuw doorsturen.
Normaal gezien biedt een site minimum twee feeds aan: een feed van de posts en eentje van de commentaren. Als ik telkens op de hoogte wil gebracht worden van een nieuwe commentaar, dan zal ik mij op de feed van de commentaren abonneren. Maar alstublieft, stop met dezelfde post 5, 10, soms 50 keer door te sturen. Ik ben heel blij voor u dat u veel reacties krijgt en dat u zo populair bent, maar kunt u dat misschien niet constant uitschreeuwen?
Opnieuw: ik vraag niet om die informatie.
Zo. Dat lucht op. Waar zullen we het morgen eens over hebben?
Ben ik eigenlijk de enige die me blauw ergert aan het feit dat ze op het weblog van De Standaard nooit vermelden van waar ze hun informatie halen? Zo onbeleefd. Dan lees je een topic al een paar dagen op weblogs allerhande en vermeldt iedereen netjes: via zus, zo, x of y. En dan komt het op DS-weblog alsof ze alweer eens zelf al surfend op de golven van het grote web op de leuke nieuwtjes en linkjes zijn gestoten. Toevallig. Aja, want ze zijn trendsetters, daar bij de gazet.
Als een gazet van webloggerken wil doen (speciaal voor jou, Liza, speciaal voor jou), dan zou die gazet misschien beter beginnen met de ongeschreven omgangsregels een beetje te respecteren, niet?
(Het is een hele middag deliberatie geweest, dus mijn kop doet pijn en ik heb een slecht humeur. Morgen is er een hele *dag* deliberaties en ik plan dan iets te schrijven over mensen wiens RSS-feed op mijn zenuwen werkt. Beware.)
update: soms doen ze het wel, blijkbaar. in 5% van de gevallen ofzo.
Gisteren was ondergetekende nog eens op het meisjeshuis voor enige studiecoaching. Het zijn immers examens, dus dat betekent dat het aldaar naar goede gewoonte een waar kiekenskot is. Vriendin M. had me gebeld voor enige bijstand op informatica-gebied en ik was richting Brugse Puurte getrokken in de waan dat het om Word of Excel zou gaan. Misschien een beetje Powerpoint, Publisher of Access.
Eenmaal geïnstalleerd bleek echter dat het om niets minder dan programmeren ging: eerst en vooral aan de hand van een probleemstelling een op papier een struktogram opstellen (sequenties, begrensde herhalingen, voorwaardelijke herhalingen, keuzestructuren, geneste keuzestructuren,…) en dit dan in PSDs zetten in de Struktograaf en laten compileren tot een heus programma. Ja-ha. Ik moet toegeven dat ik zelf al eens goed moest kijken hoe het allemaal in elkaar zat. Het is allemaal wel gelukt uiteindelijk en ik vermoed dat F. het allemaal wel doorhad na een paar uurtjes…
Maar! Het grote probleem was vooral dat er geen cursus of handboek voorhanden was, enkel geschreven nota’s. Ik heb me daar dood aan geërgerd en wel om volgende redenen:
– er was geen enkele extra oefening voorhanden: enkel de oefeningen uit de klas. Als leerling ben je dus verplicht om zelf te zoeken op internet als je extra oefeningen wilt maken en jezelf wilt testen. En waar vind je die dan? En hoe ben je zeker dat die voor jou geschikt zijn?
Zeker voor dergelijke leerstof zou er extra oefenmateriaal voorhanden moeten zijn.
– meisje F. behoort tot een zogenaamde “kansengroep” en is niet heel taalvaardig in het Nederlands. Dat ze zelf alles moet noteren heeft tot gevolg dat ze voornamelijk bezig is met overschrijven, ipv. met nadenken over de eigenlijke leerstof. Bovendien kopieert ze veel fouten doordat ze niet 100% begrijpt wat er staat en dat maakt de leerstof achteraf bijzonder moeilijk reconstrueerbaar.
Ergelijk is dat. In de nota’s was alles onduidelijk gestructureerd, oefeningen en theorie door elkaar: het was één chaotische warboel. Terwijl een duidelijk gestructureerde cursus, met extra oefeningen, bij dergelijke leerlingen echt wel het verschil kan maken tussen “ergens een klok horen luiden” en “de leerstof vatten”.
*grmpf*
en ja, ik ben een zaag.
Haddek zo’n poule lopen in mijnen hof, ik deed al mijn hanen dood!
Betekent zoveel als: dat is een heel schone madam en ik zou er verdorie geen neen tegen zeggen.
De suggestie kwam van Marnik, maar de varianten zijn legio. Een aantal die in mijn omgeving gebruikt worden/werden:
– Die zou het geen twee keer moeten vragen. Of het zou moeten zijn dat ik het den eerste keer niet goed gehoord had.
– Die mag altijd ne keer over mijn rugsken komen wrijven.
– Ik zou die niet uit mijn bedde schoppen.
Over het woordenboekproject: klik.