Wel. Dat is weer wijs dat. Krijg ik een stokje toegegooid en weet ik echt niet wat ik ermee aanmoet. Michael gooide het in mijn richting en nu ligt het hier naast mij in de zetel een beetje beschuldigend te kijken.
Het is dus niet dat ik niet wil, hoor. Het is eigenlijk dat ik de vraag niet begrijp. Allez, wel begrijp, maar dat die vraag volstaat met terminologie die ik niet echt kan plaatsen, zo in mijn leven.
Wat is uw opperste moment van glorie geweest in het leven dat u nu leidt?
Glorie, gedomme. Ik vrees dat ik niet zo glorieus ben aangelegd eigenlijk. Bij “glorie” stel ik me namelijk bloemenkransen, medailles en bekers van 2 meter hoog voor. “Beste dingskesdoener in de categorie blahblah” staat erop gegraveerd en ik neem die met tranen in de ogen in ontvangst. De camera’s zoomen in en geëmotioneerd bedank ik mijn ouders, mijn lief en mijn vrienden. Het lijkt zelfs gepast ook onzelievenheer te bedanken op dat moment, maar ik bedenk net op tijd dat ik atheïst ben en dat god bedanken dus niet mag van mijn geloof.
Dat zou glorie zijn. Maar anders? Ik heb, zoals iedereen, mijn betere momenten. En soms ben ik zelfs trots op mezelf.
Toen ik de zekerheid van de fabriek verliet, bijvoorbeeld, om te gaan doen wat ik graag wilde doen, voor veel minder geld. Of toen het project na een jaar een nog groter succes bleek dan bij de opstart, bijvoorbeeld, ondanks wat iedereen beweerde in de begindagen.
Op zo’n moment ben ik best blij met de situatie, maar ik kan dat met alle respect geen opperste glorie noemen. Ik heb geen zaak uit de grond gestampt van nul tot groot succes (*zwaait naar mama en papa*), ik heb geen belangrijke comedyprijzen gewonnen (*zwaait naar lief*), ik heb geen mooie plaats op een belangrijke lijst gekregen (*zwaait naar Lien*), geen huis gekocht (*zwaait naar zowat iedereen die ze kent*) en geen kinderen op de wereld gezet (*zwaait naar klijn*). Laten we er niet omheen draaien: ik ben een onvolwassen kind zonder grote verwezelijkingen.
De optimist in mij zegt dat al mijn glorie nog moet komen. Wat de pessimist daarop antwoordt bespaar ik u maar, want u zult er evenmin als ik vrolijk van worden.
Weg, dat stokje. Weg!
Naar Michel, om precies te zijn, want die heeft sowieso 4 porties glorie rondlopen.