Gisteren was ik me nog maar eens aan het ergeren aan een aantal commentaren op Het Project. Soms wordt daar immers een hoop afgezeikt: brengen we foto’s van een nieuw zonnebloemveld in het Citadelpark, dan schrijft men “Voer voor vandalen en spelende kinderen. Dat veld zal geen week meegaan”. Schrijft Huug een stukje over het zwembad en dat het leutig was, komt er als commentaar “met de nogal waanzinnige openingsuren van de zwembaden mag je al blij zijn dat je sowieso ooit nog \’ns in het water als je er zelf zin in hebt.”
En ik weet, het is niet schoon van mij, maar ik ben dan het soort mens die zich daar blauw aan ergert en die aan de ontbijttafel dingen zit te roepen als :“Wat is er godverdomme aan de hand met de mensen, zo zeiken?” (en ik roep nog dingen dan, maar die zijn niet geschikt voor publicatie, vermoed ik).
Mijn lief kijkt dan op van zijn gazet en spreekt troostend: “ah, zoet, ge weet toch wat er die mensen te wachten staat? Zich zo druk maken en zo ontevreden zijn: dat is onvermijdelijk een maagzweer op hun dertigste, een depressie op hun veertigste en een hartinfarct op hun vijftigste.”
Ik ben dan maar gestopt met mij er druk in te maken. Ik heb geen zin in een maagzweer.