Month: March 2006

En al

Hometown-stress: het resultaat.

– Geert (niet Hoste) heeft dat goed gedaan, hoewel zijn nogal absurde humor niet altijd even goed werkte op het Zomergemse publiek
– My darling rules big time. Het ging hier alweer om een volledig ander publiek, helemaal andere omstandigheden en alweer was er applaus, veel gelach en een enthousiasme achteraf. En ik weer trots natuurlijk.
– Als er in Gent een café zou zijn waar er zo’n grote keuze aan hapjes zou zijn als in De Scheve Zeven, dan was dat hét café waar ik iedere week zou aan de toog hangen. Zo lekker,maat.

En al

Hometown-stress.

Spannende dag, vandaag. Lief is vanmiddag al vertrokken naar ons beider geboortestreek, in het kloppende hart van het meetjesland. Om te repeteren en technische doorloop te doen.

Ik ben er niet gerust in.
Begrijp me niet verkeerd: Lief gaat dat goed doen, daar twijfel ik niet aan. Maar het is het publiek (of althans een deel ervan) waar ik niet gerust in ben.
Vanavond is er namelijkl een grote try-out in het dorp waar Lief is opgegroeid. En dat dorp ligt vlak naast het dorp waar ik ben opgegroeid. Dat betekent dat de zaal vol zal zitten met mensen die “ne keer komen kijken” en ons kennen. Mijn ouders, zijn ouders, mijn grootouders, zijn grootouders, mijn ooms en tantes, zijn ooms en tantes…de hele meute. Dat is leuk, want al die mensen zien hem graag, dus die zullen het wel goed vinden. Daar maken we ons geen zorgen over.
Wel zorgen heb ik over de rest van het publiek. Zij die ooit in een meetjesland-dorp hebben gewoond, kunnen zich makkelijk voorstellen wat ik nu ga omschrijven.

Het dorp in kwestie is een klein dorp. De familie van lief “goed bekend is in het dorp”. Genre schoolmeester, dokter, kleuterjuf,…
Dat betekent dat de helft van het publiek hoogstwaarschijnlijk een kaartje heeft gekocht om “ne keer te zien wat dienen jongsten van de rijckaerts doet”.
Ik weet zeker dat er gesprekken zijn geweest genre “dat woont doar in ‘t stad en dat treedt doar op en al. Ja, ‘t is voor te lachen. Ze zeggen zulder dat toch. Akpeinzekik gelijk geert hoste, zekers.”

*trekt een bezorgd gezicht*

Binnen een uurtje komt Geert, die vanavond van voorprogramma doet, mij halen. Dan gaan we samen eten met lief, de organisatie en de techniek-mensen. Ik heb dus nog een uurtje om mijn eigen zenuwen onder controle te krijgen en eruit te zien alsof ik alle vertrouwen heb in de zaak. Want als ik stress heb, dan krijgt lief nog meer stress.

*zucht*

Ja!

Menu.

Vorige week kreeg ik een mailtje in de box van vriend Brammie, creatieve duizendpoot en enthousiasteling. De titel van de mail was “gezocht:U(w artistieke kant)!” en ik las meteen dat het om een nieuw projectje van dit heerschap ging, deze keer in colloboratie met zijn gloednieuwe portugese huisgenoot Marcio.

Aangezien mensen met gedrevenheid en creativiteit altijd een stapje voor hebben bij i. publiceer ik met veel plezier de inhoud van hun mail. Contacteer hen! En stuur door, neem over… (more…)

En al

Vakantie-ochtend.

Het is twaalf uur en ettelijke uren na de wereld buiten wordt het ook langzaam dag in onze kamer. Er wordt wat afgeknipperd met ogen, door een kier in de gordijnen valt een streepje licht naar binnen.
De kat, die aan het voeteind ligt te slapen komt tussen ons inliggen. Schooien om knuffels.

Twintig minuten later. Het huis is stil maar ook koud, dus gebeurt de ochtendlectuur in bed deze keer. De kat ligt tegen lief aangefleemd, het hoofd van lief ligt tegen mijn schouder en ik froemel door zijn haar. Na het doornemen van dringende mails, lees ik voor. Over Sandra die bevalt van Zelie en bijna leegbloedt. We moeten heel erg lachen met de grapjes die ze maakte omdat ze de ernst van de situatie niet inzag. We zeggen tegen elkaar dat Sandra een ferme madam is.
Nog een kwartier later besluit lief op te staan. Ik blijf liggen, uit egoïsme: als ik straks naar beneden ga, dan is het huis immers al warm en is de koffie klaar.

En dan begin ik echt aan deze laatste vakantiedag. Beloofd.

vriendjes

Jaloers.

Ik ben van aard geen jaloers mens. Op liefdesgebied is jaloezie een gevoel dat me slechts zelden overvalt en dat ik, als het gebeurt, in 99% van de gevallen weet te rationaliseren. Op materieel gebied rijkt reikt mijn afgunst niet verder dan een occassionele gedachte van het genre “het moet toch gemakkelijk zijn, veel geld hebben”. Ik heb mijn vrienden en vriendinnen nooit benijd om hun relatie als ik er geen had, om hun carriere die bloeide terwijl ik onzeker was, of over hun magere lichaam terwijl de weegschaal mij alweer confronteerde met een kilo (of twee) meer dan de week voordien.
Soms, echter, kan ik echt en oprecht jaloers zijn op mensen die iets kunnen wat ik heel graag zelf zou kunnen. Als iemand iets doet wat ik graag zou willen doen, maar waarvan ik weet dat mijn capaciteiten het me nooit zullen toelaten. Een soort bewonderende afgunst, is dat.
Neem nu Lyne, die af en toe eens voor Gentblogt schrijft over theater. Deze juffrouw slaagt erin om keer op keer een uitgebalanceerde recensie te schrijven, vol doordachte woorden en mooi opgebouwde zinnen. Ik lees dat met zoveel plezier en ik kan daar echt van genieten: de woorden blijven in mijn hoofd hangen en de zinnen zinderen nog uren na in mijn gedachten.

Ik kan dat niet, en wel om verschillende redenen. Ten eerste: tijd en geduld. Lyne heeft een obsessionele zorgvuldigheid waarmee ze haar onderwerpen ontleedt en beschrijft. En ze heeft het geduld om te schrijven, te schrappen en te herschrijven waar nodig. Mijn probleem is dat mijn luiheid altijd mijn ambitie in de weg zal staan. Ik kan het niet, mij neerzetten en geconcentreerd schrijven. Als ik niet tevreden ben, dan gooi ik weg ipv. te zoeken naar een kern die goed zit en die dan uit te werken. En dat is fout, want zo blijf je hangen in een middelmatige stream of consciousness zoals dit weblog er één is: de woorden komen er in een enkele gulp uit en worden hoogstens nagekeken op spelling.
De tweede, en waarschijnlijk nog belangrijker reden is talent. Of het ontbreken ervan. Begrijp me niet verkeerd: ik ben me wel degelijk bewust van hoe ver mijn capaciteiten rijken reiken. Ik kan een vlot stukje tekst op papier zetten, dat weet ik. Maar meer dan dat? Ik zal nooit met mijn vlijmscherpe pen een toonaangevend recensent worden in één van onze Vlaamse kranten. Ik zal nooit een boek publiceren dat het niveau van een gemiddelde pulproman overstijgt. En dat stemt mij bijwijlen bijzonder triest.

Ik kijk naar mensen in mijn omgeving en zie talent en daadkracht in een combinatie die garant staat voor succes. Mijn lief is een grappig man en werkt nu al zes maand bijzonder hard aan een avondvullende voorstelling: er wordt gerepeteerd, opgenomen op video, bekeken, geschrapt en herschreven. Met een enthousiasme en een volhardendheid die ervoor zorgt dat ik bijzonder trots op hem ben.
Eén van mijn beste vriendinnen vertelde jaren geleden dat ze wel eens iets met politiek zou willen doen en staat vandaag aan de start van wat een succesvolle carriere als politica zal worden. Ze heeft daar jaren zeer zorgvuldig aan gebouwd. En ook op haar ben ik heel trots.
En dan is er Lyne, die andere vriendin. Al sinds haar studies aan het schrijven, voor niets of om den brode. Al jaren intensief met theater bezig en zodanige kenner dat ze nu gevraagd wordt om eindredactie te doen van een boek op theater. En alweer ben ik trots.
Een andere goede vriend zei jaren geleden, toen we samen studeerden, dat hij “ofwel iets met jazz, ofwel iets met journalistiek” wilde doen. Vandaag zit hij in de organisatie van Blue Note Festival, presenteert hij een jazz-programma op Klara en schrijft hij free lance voor DS. En alweer ben ik trots.

Want dat kan ik als geen ander: trots zijn, stilletjes aan de zijlijn staan en mijn vingers kruisen. Succes wensen en roepen van “Go Lief!” en “Go friends!”. En over hoofden wrijven en zeggen dat het goedkomt als de dingen tegenzitten.

Zou daar een succesvolle carriere inzitten, denkt u?
i., professioneel supporter.