Het zou ons jubileum worden vandaag. Vijf jaar. Maar het heeft niet mogen zijn: net nu, net op deze symbolische vijfde keer, is het ergens fout gelopen. Ik staar naar mijn scherm en vraag me af wat.
Ik weet niet wie hij is.
In 2002 vond ik op 14 februari vroeg in de ochtend de eerste e-card in mijn mailbox. Verstuurd even na middernacht en met de mededeling dat hij me veel liefs toewenste en hoopte dat ik een fijne dag had, valentijnsgewijs. Geen naam.
Toen het toenmalige lief van niets bleek te weten gingen we er meteen vanuit dat Ketnet en de zijnen achter deze grap zaten. Hadden wij hen niet een aantal jaar daarvoor betrapt op het uithalen van smerige truken met het emailadres geheime_aanbidder@hotmail.com? Dit heerschap ontkende echter in alle toonaarden, en zijn ontkenning leek ons oprecht. Vooral omdat deze meneer normaal gezien zijn lach niet kan inhouden als hij met zijn eigen fratsen wordt geconfronteerd.
Er bleef slechts één conclusie mogelijk: iemand, daar in de grote boze wereld, werd verteerd door verzengende en vurige liefde voor mijn persoon. Een man? Een vrouw? Ik koos ervoor te veronderstellen dat het een man was, maar dat zal wel mijn eigen hetero-projectie wezen.
Aniehoew. Die valentijnsdag en de daarop volgende dagen spendeerde ik, samen met een aantal vertrouwelingen, aan de bijzonder fijne activiteit van het “visjes uitgooien”. Ik gooide de zin uit de e-kaart heel casual in een gesprek en bestudeerde nauwgezet de reacties van mijn gesprekspartner. Mijn vriendinnen brachten het topic “anonieme aanbidders” zeer toevallig ter sprake en noteerden alle antwoorden en zinssnedes van de geobserveerden.
Het was allemaal heel spannend en very Agatha Christi, maar het leverde jammer genoeg niets op. De mysterieuze kaart verdween naar de achtergrond en het echte leven ging door.
In 2003 vond ik de tweede kaart in mijn mailbox. Verzonden vanop dezelfde site, opnieuw even na middernacht en met dezelfde wensen eraan toegevoegd.
De zoektocht werd met goede moed hervat, maar moest een paar weken later opnieuw gestaakt worden. Wegens dat het ons beu was, vooral.
In 2004 volgde de derde kaart, volgens het inmiddels bekende scenario. Ik beperkte mij tot glimlachen om zoveel volhardendheid.
In september 2004 schakelde ik over van hotmail naar gmail, en de kaart van 2005 kwam netjes in mijn gmail-box terecht. De aanbidder kent mij dus, zoveel is duidelijk. Ook deze keer ging ik niet op zoek. Sommige slapende honden maakt een mens beter niet wakker.
Goed voor het ego is het wel natuurlijk.
Deze ochtend was mijn ego dan ook helemaal klaar om zich voor het vijfde jaar op rij gestreeld te weten.
*….*
Niets. Mails van Gentblogt. Mails van het werk. Maar geen mail van de e-cardsite.
Geen “Valentijnsgewijs een bijzonder fijne dag gewenst! Veel liefs.”
Ik hoef u waarschijnlijk niet te zeggen dat ik valentijnsgewijs een beetje gekrenkt ben. Ik bedoel: ik hoef geen ander lief wegens perfect tevreden met het huidige, maar dat wil daarom nog niet zeggen dat de rest van de wereld niet meer in blinde aanbidding aan mijn voeten moet liggen é. Dat is gewoon grof!
Om nog maar te zwijgen van de deuk in de carosserie van mijn zelfvertrouwen. En dat net nu ik gestopt ben met roken.
Zo. Dus. Beste aanbidder-mens, het is nu half vier. Dat betekent dat u nog even de tijd hebt om mij anoniem en valentijnsgewijs een aangename dag toe te wensen. Met liefs als besluit en een grappige cartoon ernaast.
Ik heb nog steeds hetzelfde adres als vorig jaar.
U weet wat u te doen staat.