Als hij een vrouw was geweest, dan had hij nu een gil geslaakt die door merg en been zou klinken. Hij is echter een man, dus vormen zijn lippen enkel een ronde vorm en stamelt hij stil, haast fluisterend een zacht \”Oh”. Hij omklemt de klink van de woonkamerdeur als was het zijn laatste houvast en duizelt. De kamer strekt zich leeg voor hem uit.
Dertig seconden eerder had hij de voordeur opengeduwd en met een glimlach vastgesteld dat de dressoirkast in de inkomhal verdwenen was .Waar de reproductie van Munch\’s Schreeuw gehangen had was nu enkel nog een verkleurd stuk muur te zien.
Eens om de zoveel krijgt zij een kriebel. Een onweerstaanbare drang om te veranderen, dingen te verslepen en hun hele interieur te verbouwen. \”Een mens moet van tijd tot tijd eens het roer omgooien”, zegt ze altijd, \”Dat doorbreekt de sleur.”
Nieuwe verf, een nieuwe kast, nieuwe gordijnen. Hij zag het al voor zich en de ondernemingszin van zijn geliefde deed hem opnieuw glimlachen. \”Chantal? Ik ben thuis!” riep hij de trap op, maar niemand antwoordde.