Trots dat ik was gisterenavond, maat. Maar trots. Zo wijs.
Lief had zijn tweede try-out van de nieuwe show. 35 minuten, wat ongeveer de helft is van wat de lengte uiteindelijk zal worden. Den Bal zat afgeladen vol, zoals altijd tijdens de Lunatics-avonden. Snikheet was het ook. En ik had natuurlijk een massa stress. Ik had een paar vriendjes mee om de zenuwen te verlichten, dat wel, maar veel helpt dat dus niet. Het is namelijk on-ge-loof-lijk spannend, zo’n try-out: je weet dat hij (samen met zijn fantastische coach *i. zwaait naar D.*) al maanden keihard werkt en sleutelt aan dat materiaal. En je hoort soms positieve geluiden en andere keren dan weer zeer veel twijfels. En je hoort flarden van de repetities, twee keer per week een verdiep lager.
En dan komt het moment dat al dat werk voor de leeuwen wordt gegooid en het publiek mag tonen of het goed is of niet. Griezelig.
Voeg daarbij het feit dat de eerste comedian van gisteren niet echt aansloeg (hallo, ik ben een eufemisme) en u begrijpt dat ik bijna stierf van de zenuwen tegen dat lief moest beginnen.
10 seconden. 10 seconden heeft het geduurd voor het publiek uit zijn hand at. Plat van het lachen, applaus tussendoor en een schitterende sfeer. Fantastisch was dat.
Achteraf kwamen mensen vertellen tegen mij dat het “ongelooflijk sterk” was en ze het “schitterend” en “vree goed” vonden. En dat “het nen groten gaat worden”. (Poeh, het is al nen groten.)
En ik trots natuurlijk. Trots, maat, ge kunt u dat niet voorstellen.