Month: April 2005

mediagedoe

Voorspel(ling)

Zij die mij kennen, weten dat ik niet rap geschokt ben. Maar gisteren heb ik toch met open mond en hoodschudden zitten kijken naar de eerste aflevering van Temptation Island.
Ik heb er nooit bijgekunnen: mensen die het nodig vinden hun relatie te testen door twee weken rond te huppelen tussen halfnaakt miss- of mister belgium vlees. Stupid stupid people: er bestaat zoiets als kat-bij-de-melk-zetten en de deelnemers moeten dan ook achteraf niet komen janken over hun ten ziele gegane serieuze relatie, me dunkt.
Voordeel is wel dat de koppels die eraan meedoen waarschijnlijk niet lang om hun voorbije affaire kunnen treuren: ik vermoed dat de geheugenspanwijdte van de gemiddelde temptation-island deelnemer zowat een week bedraagt. Daarna is het “Sally? Wiedadde? ik kenne die nie?”.

Bij de eerste reeks had ik het trouwens helemaal niet begrepen. Ik dacht, in al mijn naïviteit (ik was toen nog twee jaar jonger dan nu, weet u wel), dat de koppels een maand of zes van elkaar gescheiden leefden. En dat het gemis en de verleiding en de combinatie van die twee en het feit dat ze de vrijgezellen uitgebreid leren kennen, sommigen tot misstappen aanzet. Groot was mijn verbazing dan ook dat Tempation Island maar twee weken duurt. T-W-E-E. Veertien dagen. 14 dagen is lang genoeg om lusten onbedwingbaar te maken, om alle principes overboord te gooien. *hoofdgeschud. van mij en ongetwijfeld ook van u.*

Anyway. Gisteren was er aflevering 1 van de nieuwe reeks en het zootje ongeregeld van dit jaar tart werkelijk alle verbeelding. Geen 14 dagen nodig, ho maar: van zodra het duister van nacht één viel was het al prijs.

Ik voorspel het u: daar komen nog drama’s van.

projecten

Project van de week:

…het overzetten van de comments van mijn oude skynetblog naar hier!

Ik stel dat al een tijdje uit, want het is rotwerk, maar deze week doe ik iedere dag een paar posts. En dan is mijn verhuis eindelijk compleet.

Qua inrichting wil ik dan enkel nog een zoekfunctie, maar het kloojen in de template wil niet echt lukken over dat onderdeel. Ik zie het staan, maar ik krijg het niet geactiveerd.

grmpf.

En al Van een ander

Een duiveltje verborgen in i.

Het is guur buiten, zoals dat heet: april en regen, lente en toch die kille wind. Voor het raam van mijn kantoor verzamelt een studente paniekerig een paar weggewaaide cursusbladeren terwijl ze -ietwat wanhopig- poogt haar paraplu onder controle te houden. Ik overweeg de lunch over te slaan (de zin om door dit weer een broodje kaas te halen op de hoek is niet bijster groot) maar een grommende maag en een licht gevoel in m\’n hoofd doen me toch besluiten dat het tot mij nemen van enig vast voedsel een absolute must is om de middag door te komen. Ik moet immers nog mensen nieuwe dingen leren en dat kan je niet zonder er kloek op te staan, zoals de oma altijd zegt.
Ik trek mijn jas aan, begraaf mijn hoofd diep in de kraag en duw de schoolpoort open.

Daar staan ze, op het trottoir voor de ingang. Ze zijn met drie en dragen allemaal dezelfde hemelsblauwe regenjas. Ze hebben een clipboard bij en een badge opgespeld. En ze klampen voorbijgangers aan. De meeste passanten wuiven hen licht geïrriteerd weg: geen wonder, eigenlijk, met dit hondenweer.
Eén van de jongens stapt met een vriendelijk gezicht op me toe en zegt: goeiemiddag juffrouw.
Nu hou ik daar wel van, dat ze me \”juffrouw” noemen: ik ben momenteel in die levensfase aanbeland waar winkelmadammen en bankbedienden al eens durven twijfelen tussen “mevrouw” en “juffrouw”. Het mevrouw-gevoel is echter nog steeds niet doorgebroken bij i. en ik ervaar het dan ook als lichtjes offensief om in die termen aangesproken te worden. Maar hij zegt dus juffrouw, en alleen al daarom groet ik vriendelijk terug.

Snel maak ik een inschatting van de situatie. Fondsenwerving, dat is duidelijk. Het is een beeld dat je het laatste jaar steeds vaker ziet in de stad: jonge vrijwilligers gaan op zoek naar geld voor non-profits, op de stoep. De ene organisatie gaat daarbij al wat verder dan de andere. Zo was er een poos geleden die dame in de winkelstraat die me vroeg of ik tegen AIDS was. Wat een vraag, dacht ik. Welk onmens is er nu voor aids? Ik zie het al voor me \”Hallo, ik ben i. en ik ben een fervent voorvechter van het HIV-virus. We vergeten maar al te vaak dat ook een virus bepaalde basisrechten heeft, en dat is zó oneerlijk.” Monty Python heeft er nix aan.
Bon, ze vraagt dus of ik tegen aids ben en ik zeg van jawel hoor. Ze laat me een petitie ondertekenen, tegen aids.Tuurlijk dat ik teken, gezwind en zonder twijfel. Vervolgens blijkt dat ik, door mijn handtekening, net 25 euro heb geschonken. Zomaar. Dat was zo lief van mij. En ik wist bovendien van niets.
Ik heb mijn naam opnieuw geschrapt en haar verteld dat ik tegen aids en tegen oplichterij ben. De trut. Maar ik dwaal af.
(more…)

En al

Alles is te koop.

Een jaar of vijf moet hij zijn. Hij loopt op me toe terwijl ik tijdens m’n middagpauze een boek lees op een bank in de binnentuin van onze school.
De school waar ik werk is namelijk niet enkel een hogeschool, maar in de aanpalende gebouwen is ook een basisschool gevestigd. Er dus loopt er in de tuin nogal wat klein grut rond, bijwijlen.
Hij loopt op me toe, met een enthousiasme dat enkel vijfjarigen nog hebben. Vlak voor hij bij het bankje aankomt, struikelt hij over z’n eigen voeten en valt languit op de tegels. Geen pijn gelukkig, want hij krabbelt met een grijnzend gezicht opnieuw recht.

– Wilde gij een snoepke kopen? Hij houdt een plastiek zakje omhoog met daarin wat snoepgoed.
– Misschien wel ja, hoeveel kost het?
– 1 euro maar!
– En waarom verkoop jij snoepjes?
– Omdat de juffrouw dat gezegd heeft.
– Neen, ik bedoel: wat gaan jullie met de centjes doen?
*Stilte. Hij trekt een peinzend gezicht*
– Iets kopen.
– Ja, dat dacht ik wel. Maar wat gaan jullie dan kopen?
*Opnieuw dat nadenkend gezichtje. ik kan zijn brein horen werken. “de juf heeft het gezegd, maar ik weet het niet meer, wat was het ook al weer…het was iets met…”*
*nog meer stilte*
*zijn gezicht klaart op*
– De zee! We gaan de zee kopen!

[achteraf hoor ik van een collega dat de snoep verkocht wordt ter sponsering van de zeeklassen dit jaar. Close, little man. Very close.]