Het einde van het jaar is lijstjes-tijd en i loooooooove lijstjes. Vandaar dat ik heb besloten deze laatste weken van 2004 de wereld te verblijden met een reeks opsommingen, topdrie-vijfs-en-tiens. Omdat het maandag is beginnen we met een rondje frustratie spuien:
Ik kan, zomaar uit het blote hoofd, tientallen dingen vinden die me irriteren aan de kerstperiode: te veel mensen, te veel verplichtingen, te weinig parkeerplaats in de stad, te veel flikkerende lichtjes, te weinig tijd,…er komt geen einde aan dit lijstje. Een eindeloze opsomming zou me te ver drijven en mijn innerlijke rust niet ten goede komen, dus beperk ik me tot de TOP 3.
Derde plaats. Gezelligheid (met grote G).
Begrijp me niet verkeerd: ik heb nix tegen gezelligheid. Hell no, ik ben op mijn beste momenten zelfs een gesjelluh mens te noemen. Alleen is mijn definitie van knusheid net iets anders dan wat in deze periode van het jaar gangbaar is. Gezellig is: in de zetel hangen met een mooi boek en iemand die af en toe over je rug aait. Of tot een onchristelijk uur met je beste vrienden aan tafel blijven zitten, rode wijn drinkend en over alles en tegelijk niets praten.
Gezellig is niet: gluhwein drinken waar je de volgende dag hoofdpijn van hebt, terwijl achter je een sneeuwmachine vlokjes spuit, de muzak uit de boxen schalt en de fukin kerstlichrjes manisch aan- en uitgaan. yuk.
Op twee: cadeautjes kopen.
Ik ben geen georganiseerde mens. Period. Ik kijk dan ook met open mond en vol bewondering naar mensen die half december meedelen dat ze “gisteren de kerstcadeautjes hebben ingepakt”. Ik heb er op dat moment nog niet eens over nagedacht wie ik dit jaar met een geschenk dien te verblijden, laat staan dat ik al weet wat ik zal kopen en waar ik het haal.
De zaterdag voor kerst is dan ook steeds weer een topdag, die ieder jaar volgens een soortgelijk scenario verloopt: de stad afschuimen op zoek naar dingskes om in blinkend papier te stoppen en na een uur al kotsmisselijk zijn van al dat volk. Lotgeval opbellen, de strooptocht afblazen en samen met lotgeval aan de aperitief gaan. Zonder schuldgevoel, want we hebben het verdiend.
En tenslotte: kerstmarkten.
Met stip op één en zoals ik hier al eerder schreef heb ik het fantastische voorrecht om er eentje voor de deur te hebben liggen.
Begrepen hoe het concept werkt heb ik nooit, maar ik vermoed dat het ongeveer alsvolgt gaat:
Rond juli gaat één of andere zieke geest, aangesteld door de stad, ronddwalen over het vlaamsche land op zoek naar producten die voldoen aan minimum drie, maar bij voorkeur vijf van volgende criteria: a. nutteloos, b. blinkend, c. lelijk, d. groen- rood- of goudkleurig ,e. pokkeduur. De handelaars die deze producten aan de vrolijke wereld aanbieden worden uitgenodigd en vervolgens onderworpen aan een selectieproefje: iedere verkoper wordt in een klein hokje gestopt, de temperatur wordt opgedreven tot 40 graden en de commercant wordt vervolgens blootgesteld aan gruwelijke beelden van marteling, oorlog en mishandeling. Wie het langst blijft glimlachen heeft gewonnen en krijgt een kot op de kerstmarkt.